In oktober hebben wij het “Kenniscentrum Ruimte OK” op school uitgenodigd met het verzoek ons te adviseren over de beste wijze van ventileren op de verschillende plekken in de school. Met name de zuidvleugel vraagt wat dat betreft natuurlijk aandacht.

Op 17 oktober is bij ons een expert (gespecialiseerd op scholen) geweest die gedurende de dag door de school heeft gelopen, met diverse collega`s gesproken heeft en naar de bouwkundige beperkingen van de verschillende delen van het gebouw heeft gekeken. Naar aanleiding van wat zij die dag heeft geconstateerd, is een rapport gemaakt. Dit rapport zullen we plaatsen op RLO Publicaties. Hier een samenvatting daarvan.

In onze school hebben we voornamelijk twee ventilatietypes: volledig natuurlijk in de oude bouwdelen (uit 1963) en centraal geregelde bouwdelen (bouwjaren vanaf 2006). Uit het rapport:

Volledig natuurlijk (oude bouwdelen  uit 1963) (systeem A)

Het algehele beeld is dat het binnenklimaat moeilijk beheersbaar is in deze lokalen. Het aantal relatief eenvoudige maatregelen om de situatie te verbeteren is bij deze bouwdelen beperkt. Het advies is om de aanwezige luchtroosters te reinigen en open te zetten voor de basisventilatie. Daarnaast wordt geadviseerd om in de pauze en tijdens de leswisseling de schuiframen en de lokaaldeuren schuin tegenover elkaar open te zetten om kort en krachtig te luchten.

Een steekproef op locatie liet zien dat binnen 5 minuten de CO2-concentratie in een leeg lokaal met circa 500ppm ging dalen. Kort en krachtig luchten zorgt voor minder afkoeling van het lokaal bij een snelle luchtverversing.

Volledig mechanisch (bouwdelen vanaf 2006) (systeem D)

De lokalen met de bouwjaren vanaf 2006 zijn voorzien van systeem D (centraal geregeld). Dit houdt in dat de lucht toe- en afvoer op een mechanische wijze plaatsvindt. Bij de lokalen met bouwjaar 2006 zit de toevoer in de lokalen. Er zijn overstroomvoorzieningen naar de gang waar zich de centrale afzuiging bevindt. De lokalen van 2019/2020 hebben per lokaal een toe- en afvoer. De regeling gebeurt door middel van de programmering in het gebouwbeheersysteem en de CO2-sturing.

De indicatieve steekproeven van de CO2-waardes in volle klassen toonden aan dat het systeem op dat moment goed werkte. Voor beide systemen wordt geadviseerd om de leerkrachten door middel van een instructie te informeren over het juiste gebruik, waarbij in de bouwdelen zonder mechanische ventilatie de focus moet liggen op regelmatig luchten. Bij de mechanisch geventileerde bouwdelen moet daarentegen benadrukt worden dat het ventilatiesysteem niet goed werkt als er te snel met doorluchten begonnen wordt. Gebruik de afgegeven Instructiekaarten en de tips in de brochure ‘Optimaal ventileren met de CO2-meter’.

CO2 monitoren

Op de school zijn deels CO2-meters in de leslokalen aanwezig. In de lokalen zonder meters is het voor de leerkrachten moeilijk een inschatting te maken wanneer aanvullend luchten nodig is. Aangezien bij volledig natuurlijke ventilatie de luchtverversing sterk afhangt van het gedrag van de leerkrachten is de CO2-meter een belangrijk hulpmiddel. Daarnaast valt op dat er verschillende fabricaten aanwezig zijn. Sommige geven onbetrouwbare meetwaarden of reageren zeer traag. De school heeft nu geen duidelijk inzicht in de daadwerkelijke luchtkwaliteit. Wij adviseren alle lokalen te voorzien van een gekalibreerde CO2-meter (bij voorkeur met een datalogfunctie).

De hierboven gegeven adviezen nemen wij alle over:

  • Er komen instructiekaarten in elk lokaal voor de beste wijze van ventileren in dat lokaal.
  • Alle oude bouwdelen worden voorzien van nieuwe CO2-meters die ook centraal afgelezen kunnen worden.
  • Alle luchtroosters in de oude bouwdelen worden gereinigd en opengezet voor de basisventilatie. Ook wordt ervoor gezorgd dat deze vrij zijn van “obstakels”.

Voor de oude bouwdelen is een permanent ventilatiesysteem de volgende stap om het binnenklimaat te optimaliseren. Het gaat dan om systemen die zowel de lucht zuiveren als de lokalen aangenaam op temperatuur houden. Om te beslissen wat het best passend is en ten behoeve van subsidieaanvragen is ons geadviseerd een zgn. duurmeting uit te voeren. Deze is afgelopen maandag gestart.

Voor vragen over onze ventilatie, het onderzoek of het rapport kun je uiteraard terecht bij Cees Bakker.

Erica van Langen